Waar het begon
Hoe kan je beter weten wat nodig is, als je in je eigen leven te maken krijgt met psychische problemen? Vanuit die persoonlijke ervaring is De Weerde ontstaan. Oprichters Herman Kieft en Johan van Heerde vertellen daarover:
‘Als ouders van een kind met een psychische kwetsbaarheid, weten wij als geen ander hoe het voelt om tegen dichte deuren aan te lopen. We leven in een maatschappij waarin de meesten het beste voor hebben met de ander. En toch kan het gebeuren dat ’t scheef groeit, onder druk van de omstandigheden. Helaas is er al lange tijd een tekort aan fatsoenlijke, betaalbare woningen met professionele ondersteuning bij levensvragen. Als we het hebben over mensen met een psychische kwetsbaarheid, kunnen we met recht spreken over een vergeten doelgroep.
We weten hoe belangrijk geborgenheid en stabiliteit is voor cliënten en hun ouders/naasten. Daarom doen we er alles aan om zo veel mogelijk geclusterde woonprojecten op te zetten. Projecten waarin mensen echt aangemoedigd worden om mee te doen in de maatschappij, op basis van hun persoonlijke mogelijkheden.’
Herman Kieft:
‘Mensen met een psychische kwetsbaarheid lijden, omdat ze niet de toekomst kunnen verwezenlijken die ze graag zouden willen. En omdat ze vaak afhankelijk blijven van medicijnen en ondersteuning. Toen één van onze zoons ziek werd, heb ik me vanuit onvrede met de reguliere zorg ingezet voor betere, andere zorg. In 2017 heb ik samen met Johan van Heerde en investeringsgroep TBR zorgorganisatie De Weerde opgericht. In samenwerking met een deskundige directie bouwen we aan een stevig en betrouwbaar bedrijf waar cliënten zich veilig voelen. Met onze zoon gaat het inmiddels goed. Gelukkig maar.’
Johan van Heerde:
‘Om slagvaardig te kunnen werken, heeft De Weerde de nodige expertise op een breed gebied gebundeld: de zorg, de organisatie, de bouw en de investeerders. Ik ben er trots op dat De Weerde, dankzij de inzet van een betrokken bestuur en medewerkers, tientallen cliënten wonen met perspectief aanbiedt. Dat is een mooi resultaat, maar we zijn nog niet klaar…’