Het verhaal van Lizanne

Ze staan naast me
All we have is right now, zegt de tatoeage op de arm van Lizanne. ‘Dat is een zin uit een nummer van Machine Gun Kelly, daar ben ik fan van. Ik pieker vaak over verleden en toekomst. Deze zin is een reminder: het gaat om nu. Daar kijk ik dan af en toe naar.’
Lizanne is bekend met borderline, depressie, posttraumatische stressstoornis en paniekstoornis. Haar leven is eigenlijk altijd een strijd. ‘Ik weet niet beter dan dat ik zwart denk. Al sinds mijn 7e heb ik een doodswens. Maar als meisje besloot ik dat alles goed was, voor de buitenwereld. Ik zette een lach op mijn gezicht, maar ik huilde ’s nachts. Toen ik 11 was, begon ik mezelf ook pijn te doen, te snijden. Het is een soort verslaving. Ik kwam vaak op de huisartsenpost om weer gehecht te worden. In de ergste wond zaten 19 hechtingen. Door het snijden krijg ik even rust in mijn hoofd. En daarna bouwt de spanning weer op. Nu struggel ik daar nog steeds mee.’ Toch ging Lizanne een tijdje met de flow mee. Ze deed een opleiding tot dierenverzorger en had een bijbaantje bij de Jumbo. ‘Anderen hadden het dan over wat ze later wilden doen, maar daar dacht ik nooit aan. Dan zou ik er toch niet meer zijn, dacht ik.’
In 2017 deed Lizanne haar eerste zelfmoordpoging thuis, waarna ze gedwongen werd opgenomen. Dat zou de jaren daarna vaker gebeuren. ‘Ik ging nooit met de trein, dat is een no go met mijn paniek, maar die ene keer wel. Stond ik bij Wierden langs het spoor. Ik kwam er bijna onder.’
Ze ontbloot haar bekraste onderarmen. ‘Op de arm waar ik altijd snij, staat nu ‘Past’ getatoeëerd. Op de andere ‘Future’, met de geboortedatum van mijn vader en moeder. ‘Mijn ouders konden het niet meer aan. Toen begreep ik dat niet; nu wel.’
Lizanne woont nu beschermd en krijgt nog behandeling. ‘Psychomotore therapie voor mijn agressie en ik heb gesprekken met de psychiater en de zingevingscoach. En met de begeleiding hier. Wonen bij De Weerde is fijn. Ik heb eigen regie, dat is belangrijk voor me. Ze staan naast me, doen niet alsof ze meer zijn dan ik. Dagelijks praten ze met me over hoe het met me gaat. Soms doen we een spel als ik hoog in spanning zit en ze stimuleren me om mezelf te verzorgen. En één keer per week doen we samen het huishouden.’
De afgelopen tijd is er veel veranderd. ‘Ik ben niet meer verward en doe zelf mijn boodschappen. Ik zit in de sollicitatiepool van De Weerde en in de cliëntenraad. En we werken nu toe naar dagbesteding. Dat is met mijn paniek dóódeng. Maar ik snap dat het goed voor me is en ik wil het graag.’ Het liefst zou Lizanne onafhankelijk zijn, alles wat ze nodig heeft zelf betalen, er zelf voor werken. ‘Dat lukt jammer genoeg nu niet. Ik ben blij dat er een uitkering voor mij is. Mensen in de psychiatrie worden vaak gezien als gekke rare mensen, maar het zijn gewone mensen met een rugzakje door hun verleden. Ik heb mezelf geaccepteerd, maar veel mensen verstoppen zich. Dat vind ik jammer. Dat stigma zie ik graag anders.’